Wat is filosofie voor jou?
Het onderzoek van onze stijlen van denken en van de mogelijkheden om die te veranderen.
Wat bedoel je daarmee?
Je hebt stijlen om te tekenen, te schrijven, waar te nemen – en ook om te denken. Een simpel voorbeeld. In de stripverhalen van Kuifje konden de lezers aan de plaatjes van de auto’s precies zien welk type het was. Grote zoogdieren waren ook redelijk herkenbaar, maar mensen waren eigenlijk alleen caricaturaal. En sommige planten waren getekend als groene vlakken met een lijntje eromheen. Dat is een stijl van tekenen, maar ook een stijl van waarnemen, die gericht is op iets wat je met een bepaalde mindset onmiddellijk kan herkennen. Dit zouden we ‘dingdenken’ kunnen noemen – gericht zijn op objecten, en niet op levende wezens. Alles wat er is zien als een type of als iets waar je een lijntje om kan trekken.
Hoe verander je denkstijlen?
Daar is geen algemeen recept voor. Maar ik kom wel vaak bij dezelfde openingen uit. Ten eerste: altijd blijven spelen. Dat is moeilijk, want iedereen wil heel serieus genomen worden. Verder kan je proberen je eigen denkwijzen te onderzoeken op hun kneedbaarheid. Dat is soms heel verwarrend. Het eenvoudigste en meest aanstekelijke is vaak dat je aan anderen ziet en hoort dat het anders kan. Ik geloof in pluralisme en ik denk dat we in onze tijd vooral veel kunnen leren van andere culturen dan de westers-wetenschappelijke.
En wat gaat dat in de praktijk uitmaken?
Ook dat hangt natuurlijk van de situatie af. Maar om William James aan te halen: ergens beginnen de dingen toch altijd met ideeën. Hij schreef: ‘Wie een gedachte zaait, oogst een daad. Wie een daad zaait, oogst een gewoonte. Wie een gewoonte zaait, oogst een karakter. Wie een karakter zaait, oogst een bestemming.’
Daar kan je een proces van stolling in herkennen, van wolken via water naar ijs. Of zoals iemand ooit gezegd heeft van architectuur: het is bevroren muziek. Mijn vraag is simpelweg: hoe je weer wat muziek terugbrengt, hoe we de menselijke maat terugbrengen in rigide systemen. Ik probeer daaraan bij te dragen in het onderwijs, de zorg, de energievoorziening en de architectuur.
Heb je daar ook over geschreven?
Ik werk aan een boek hierover. Meer informatie volgt spoedig op mijn website. In 2014 kwam er een boek van mij uit over Henri Bergson. Een filosoof van pakweg honderd jaar geleden die een alternatief ontwikkelde voor dat dingdenken, namelijk het denken in processen.
https://www.boomfilosofie.nl/product/1109/Bergson
Je citeerde zojuist William James. Heb je over hem ook iets geschreven?
Dan moet ik verwijzen naar een Engelstalig boek:
http://www.cambridgescholars.com/wild-beasts-of-the-philosophical-desert-3
En je had het hiervoor over pluralisme. Heb je daar over gepubliceerd?
Dan moet ik lang teruggaan. Mijn proefschrift ging over incommensurabiliteit, het ‘geen gemene maat hebben’. Het is jammer dat dit i-woord zo’n stotterwoord is (mijn boek is dan ook geen bestseller geworden).
Maar het thema is volgens mij nog steeds urgent. We gebruiken in de praktijk van ons leven meerdere maatstaven en we leven steeds in situaties waarin we die verschillende maatstaven niet tot één enkele kunnen herleiden. Dat is een gruwel voor rationalistische denkers die ‘de maat van alle dingen’ zoeken, of alles tot één 'conceptueel systeem' willen reduceren. Zij brengen tegen incommensurabiliteit allerlei abstracte argumenten in stelling, met een heftige emotionele ondertoon: dat mag niet zo zijn, dat leidt tot relativisme!
Ik heb in mijn boek de technische discussies tussen voor- en tegenstanders samengevat en geanalyseerd. Met als conclusie dat het juist essentieel is voor het gebruik van criteria dat ze een beperkte toepasbaarheid hebben en dat het dus altijd mogelijk is andere criteria te laten gelden. De pluraliteit van mensurae zou in beginsel gerespecteerd moeten worden; het is de kunst ons desondanks op elkaar af te stemmen.
Wat mij steeds meer aan dit thema boeit is hoe concrete vraagstukken ondanks incommensurabiliteit toch tot een bevredigende uitkomst kunnen leiden en hoe je daarin vooraleerst teruggeworpen wordt op menselijkheid. Juist vanwege incommensurabiliteit moeten mensen met verschillende conceptuele systemen proberen in gesprek te blijven. De abstracte hindernissen kun je vaak overstijgen, net zoals in de muziek zogenaamd onverenigbare genres toch gecombineerd kunnen worden. Eddie Lang en Joe Venuti toonden aan dat je polka’s en mazurka’s zo kan spelen dat het jazz wordt. Niemand hoort dat er iets wringt, maar alleen dat het swingt.